
In de industriële regio's van Europa vindt een grote transformatie plaats, waarbij bedrijven en overheden samenwerken om wat wordt aangeduid als de "Carbon Valley" te creëren - een netwerk van installaties voor koolstofafvang en -opslag (CCS) met als doel de industriële uitstoot drastisch te verminderen. Dit initiatief is een van de meest ambitieuze pogingen tot nu toe om koolstofdioxide van een milieubelasting om te zetten in een waardevolle hulpbron voor duurzame ontwikkeling [1].
Het Europese Carbon Valley-project is gevestigd in sterk geïndustrialiseerde regio's waar clusters van productiebedrijven, chemische fabrieken en energiecentrales worden uitgerust met geavanceerde technologie voor koolstofafvang. Deze industriële clusters worden met elkaar verbonden door een uitgebreid netwerk van pijpleidingen, ontworpen om de opgevangen CO2 naar opslaglocaties onder de Noordzee te transporteren, wat door experts wordt omschreven als een uitgebreid ecosysteem voor koolstofbeheer [1].
Aan de andere kant van de oceaan staan initiatieven voor koolstofafvang voor andere uitdagingen. In bepaalde Amerikaanse regio's zijn, ondanks sterke lokale steun en potentiële economische voordelen, sommige projecten voor koolstofafvang tegen politieke obstakels aangelopen. Dit benadrukt het complexe landschap van het implementeren van klimaattechnologieën in verschillende regelgevende omgevingen [2].
In Canada toont de regering van Alberta een blijvende toewijding aan koolstofafvangtechnologie als een project dat bijdraagt aan de nationale ontwikkeling. De provinciale leiding beschouwt CCS als een cruciaal instrument om de industriële competitiviteit te behouden terwijl klimaatdoelen worden gehaald, met recente aanstellingen van ervaren professionals uit de energiesector om belangrijke initiatieven voor koolstofafvang toe te zien [3].
Het succes van deze projecten hangt sterk af van publiek-private partnerschappen en ondersteunende beleidskaders. Experts uit de industrie wijzen erop dat het Europese model, dat overheidssteun combineert met innovatie uit de private sector, als voorbeeld kan dienen voor andere regio's die hun eigen infrastructuur voor koolstofafvang willen ontwikkelen [1].