
De opeenvolgende bijeenkomsten van Donald Trump met Vladimir Poetin in Alaska en Volodymyr Zelenskyy in Washington werden gepresenteerd als cruciaal voor het beëindigen van de oorlog in Oekraïne. In de praktijk leverden ze echter weinig meer op dan verwarring en bezorgdheid. Trump was duidelijk: tenzij Kyiv en Europa zijn plan accepteren, zal het vechten doorgaan. Het plan zelf neigde naar de eisen van Moskou, inclusief voorstellen voor territoriale concessies. Voor Oekraïne en Europa was dit geen routekaart naar vrede, maar een poging om hen onder druk te zetten tot overgave.
Het directe resultaat is dat er geen doorbraak is bereikt. Rusland blijft zijn aanvallen voortzetten, Oekraïne verdedigt zich, en Europa blijft vasthouden aan het standpunt dat er geen vrede kan worden bereikt ten koste van Oekraïens grondgebied. De positie van de VS, tenminste zoals die door Trump wordt verwoord, is verschoven naar die van wapenleverancier in plaats van strategische partner. Washington blijft hardware leveren, maar de politieke invloed op het vormgeven van een rechtvaardige oplossing is afgenomen.
Europese leiders die zich bij Zelenskyy in Washington hebben aangesloten, hebben de top gebruikt om hun rode lijnen te benadrukken. Ze onderstreepten dat Oekraïne de uiteindelijke zeggenschap moet hebben in elke onderhandeling, dat territoriale concessies onaanvaardbaar zijn, en dat robuuste veiligheidsgaranties in de toekomst moeten worden ingebouwd. Buiten deze principiële uitspraken werd er echter weinig concreets bereikt. Er werden geen bindende overeenkomsten ondertekend, er werden geen nieuwe hulppakketten gepresenteerd, en er werden geen voorwaarden voor een staakt-het-vuren vastgesteld.
Aan militaire zijde heeft Europa al verschillende initiatieven gelanceerd, waaronder noodaankopen van munitie onder leiding van Tsjechië en de rotatie van luchtverdedigingssystemen om Oekraïense steden te beschermen. Deze maatregelen zijn significant, maar blijven tijdelijke oplossingen in plaats van duurzame antwoorden. De industriële opschaling is aan de gang om de eigen munitieproductie van Europa uit te breiden, maar de volledige capaciteit zal pas eind 2025 worden bereikt. In de tussentijd kampt Oekraïne met aanhoudende tekorten die het vermogen om grondgebied terug te winnen of de oorlog beslissend te veranderen, beperken.
Financieel heeft de EU mechanismen opgezet, zoals de Oekraïne-faciliteit en het gebruik van bevroren Russische activa, om voorspelbare steun te bieden. Maar ook hier zijn de resultaten bescheiden. Uitkeringen zijn regelmatig maar niet transformerend, en ze veranderen de balans van middelen tussen Oekraïne en Rusland niet fundamenteel. Obstakels binnen de EU, vooral vanuit Hongarije, blijven collectieve actie vertragen of verwateren, waardoor Europa afhankelijk wordt van coalities van bereidwillige staten in plaats van unanieme beslissingen.
Het politieke resultaat van deze bijeenkomsten is daarom duidelijker dan het militaire: Europa komt naar voren als de centrale speler, terwijl de VS, onder Trump, het risico lopen naar de zijlijn te verdwijnen. Maar het leiderschap van Europa draait meer om het handhaven van de lijn dan om het aandrijven van de oorlog naar een oplossing. Het continent heeft eenheid getoond in het afwijzen van de voorstellen van Trump, maar deze eenheid heeft nog niet geleid tot beslissende stappen op het slagveld.
Terugkijkend hebben de twee topontmoetingen meer onthuld over wat er niet zal gebeuren dan over wat er wel zal gebeuren. Trump zal geen evenwichtig vredesakkoord leveren. Rusland zal zijn agressie niet pauzeren voor gesprekken. Europa zal geen Oekraïens grondgebied inleveren. Wat resteert is een oorlog die voortduurt, waarbij Europa langzaam maar zeker meer verantwoordelijkheid op zich neemt, maar zonder doorbraken in zicht. De uitkomsten zijn voor nu uitspraken, tijdelijke oplossingen, en een onafgebroken verschuiving in leiderschap—verre van het beslissende keerpunt waar velen op hadden gehoopt.