
De Europese Commissie heeft een formeel antitrustonderzoek gestart naar SAP, 's werelds grootste softwarebedrijf, vanwege zorgen over mogelijk concurrentieondermijnende praktijken in zijn softwareondersteuningsdiensten. Het onderzoek markeert een belangrijke ontwikkeling in de voortdurende inspanningen van de EU om eerlijke concurrentie op de digitale markt te waarborgen en kan nieuwe precedenten scheppen voor de manier waarop grote softwareleveranciers in de regio opereren [1].
Het onderzoek richt zich op beschuldigingen dat SAP een greep heeft gekregen op de markt voor ondersteuning van software van derden, wat mogelijk de keuze en concurrentie voor klanten beperkt. De Europese Commissie maakt zich vooral zorgen over hoe de praktijken van SAP de mogelijkheid van klanten om alternatieve ondersteuningsproviders te kiezen, kunnen beïnvloeden, wat zou kunnen leiden tot hogere prijzen en verminderde servicekwaliteit op de markt voor bedrijfssoftware.
Hoewel SAP volhoudt dat zijn praktijken in lijn zijn met de normen in de industrie, suggereren de voorlopige bevindingen van de Commissie dat het bedrijf mogelijk zijn dominante marktpositie gebruikt om de concurrentie oneerlijk te beperken. Het onderzoek zal onderzoeken of de ondersteuningsbeleid van SAP klanten effectief dwingt om bij de eigen ondersteuningsdiensten van het bedrijf te blijven, zelfs wanneer er goedkopere alternatieven beschikbaar zouden kunnen zijn.
Het onderzoek komt op een cruciaal moment voor de Europese technologie-regulering, aangezien autoriteiten erop uit zijn om eerlijke concurrentie te waarborgen in steeds complexere digitale markten. Als SAP wordt bevonden in strijd te zijn met de EU-antitrustregels, kan het bedrijf aanzienlijke sancties tegemoetzien, waaronder boetes tot 10% van zijn wereldwijde jaarlijkse omzet en verplichte wijzigingen in zijn bedrijfspraktijken.
Europese toezichthouders hebben benadrukt dat dit onderzoek hun toewijding weerspiegelt om open markten te handhaven, terwijl ervoor gezorgd wordt dat dominante spelers hun marktpositie niet kunnen misbruiken. De uitkomst zou belangrijke precedenten kunnen vaststellen voor hoe softwarebedrijven hun ondersteuningsdiensten structureren en relaties met klanten in de Europese Unie onderhouden.