
Een decennium na de luchtexplosie boven Chelyabinsk, die onze kwetsbaarheid voor ruimteobjecten benadrukte, is de planetenverdediging uitgegroeid tot een gecoördineerde, wereldwijde onderneming. Astronomen scannen 's nachts de lucht om nabij de aarde komende objecten te vinden en te volgen, instanties oefenen hun responsplannen en ingenieurs testen manieren om gevaarlijke asteroïden van koers te veranderen. Het doel is praktisch: dreigingen vroegtijdig detecteren, ze snel karakteriseren en geloofwaardige opties hebben om het risico van impact te verminderen. Hoewel de kans op een verwoestende inslag in een bepaald jaar laag blijft, zijn de gevolgen groot genoeg dat overheden en wetenschappers inslagen van asteroïden en gerelateerde kosmische gevaren als een langdurige uitdaging voor de openbare veiligheid beschouwen.
De eerste verdedigingslinie is het opsporen van potentiële impactoren. Verkenningstelescopen zoals Pan‑STARRS, de Catalina Sky Survey, ATLAS, ZTF en NASA’s NEOWISE scannen de lucht en sturen ontdekkingen door naar het Minor Planet Center voor verificatie en baanberekening. NASA’s Sentry II en het Scout-systeem beoordelen de impactkansen zodra er nieuwe gegevens binnenkomen, terwijl het NEO Coördinatiecentrum van ESA onafhankelijke risicolijsten bijhoudt. De Verenigde Staten hebben in 2016 het Planetary Defense Coordination Office opgericht om de detectie, karakterisering en noodreacties te organiseren met binnenlandse en internationale partners.
Het al langer bestaande Amerikaanse mandaat om 90% van de objecten in de buurt van de aarde groter dan 140 meter te vinden is nog steeds een werk in uitvoering, wat investeringen in nieuwe sensoren aanjaagt. Het testen van deflectie is inmiddels geen hypothetische kwestie meer. In 2022 raakte NASA’s DART ruimtevaartuig de asteroïde maan Dimorphos, waardoor de omlooptijd om Didymos met ongeveer 33 minuten werd verkort en de kinetische impact als een haalbare deflectietechniek werd bevestigd.
De ejecta-pluim van de botsing versterkte de momentumoverdracht, een cruciale factor voor toekomstige missies. De Italiaanse LICIACube flyby en een wereldwijd netwerk van telescopen documenteerden de gevolgen in detail. ESA’s Hera-missie staat gepland om later dit decennium een grondige verkenning van het Didymos–Dimorphos-systeem uit te voeren om de effecten van DART nauwkeurig te meten en modellen te verfijnen. Betere ontdekkingsinstrumenten zijn op komst.
NASA’s NEO Surveyor, een infrarood ruimtetelescoop die gepland staat voor lancering aan het einde van dit decennium, is ontworpen om moeilijk waarneembare asteroïden te vinden die donker zijn of dicht bij de zon draaien vanuit het perspectief van de aarde. De brede en snelle luchtdekking van het Vera C. Rubin Observatory zal naar verwachting ontdekkingen versnellen zodra de volledige survey-operaties in het midden van de jaren 2020 beginnen. Planetair radar van NASA’s Goldstone-antenne, vaak bistatisch gekoppeld aan de Green Bank Telescope, levert hoge-resolutie gegevens over afmetingen, vormen en rotatiesnelheden sinds de ineenstorting van Arecibo de wereldwijde radarcapaciteit heeft verminderd.
Europa bouwt zijn Flyeye (NEOSTEL) telescoop om de onafhankelijke zoekcapaciteit te vergroten en het vervolgproces te versnellen. De voorbereiding gaat verder dan alleen hardware. Het International Asteroid Warning Network en de Space Mission Planning Advisory Group, die onder auspiciën van de VN werken, coördineren waarschuwingen, gegevensstandaarden en missieconcepten tussen verschillende instanties. NASA en FEMA voeren regelmatig tafel-oefeningen uit om evacuatie, communicatie en noodreactie te oefenen voor realistische impactscenario's, en soortgelijke oefeningen vinden plaats tijdens de tweejaarlijkse Planetary Defense Conference.
Kometen met lange perioden blijven een bijzondere uitdaging omdat ze vaak met kortere waarschuwingen kunnen verschijnen, wat inspanningen vereist om de dekking van de hele lucht te verbeteren en snelle karakterisering mogelijk te maken. Ondertussen volgen instanties ook zonnestormen met missies zoals NASA’s Parker Solar Probe en ESA’s Solar Orbiter, en plannen ze speciale ruimteweer-sentinels zoals ESA’s Vigil, waarbij wordt erkend dat “kosmische bedreigingen” ook de mogelijkheid van de zon omvatten om stroomnetten en satellieten te verstoren. Vooruitkijkend biedt de nauwe passage van asteroïde Apophis in 2029 een zeldzame oefening om observatiecampagnes en operationele coördinatie te testen op een onschadelijk maar wetenschappelijk waardevol doel.