Wanneer twee middelbare schoolliefdes, Amelia en Jonathan, elkaar tegenkomen op de bruiloft van een gemeenschappelijke vriend na een decennium van scheiding, worden ze geconfronteerd met het verleden dat ze jaren hebben geprobeerd te vergeten. Dit zijn dezelfde gezichten die ooit voor altijd beloofden onder de sterrenhemel, maar met jaren en littekens die op hen zijn geëtst. Terwijl ze door de avond navigeren, moeten ze beslissen of ze de gloed van hun oude liefde kunnen herontsteken of het een herinnering laten blijven.
Amelia liep de weelderige balzaal binnen, haar hart bonzend tegen haar borst. Ze scande de menigte, haar ogen landden uiteindelijk op Jonathan aan de andere kant van de kamer, er netjes uitziend in zijn antracietkleurig pak. Zijn ogen ontmoetten de hare, en voor een moment waren zij de enige twee mensen in de kamer. Jonathan slikte moeilijk, zijn whiskey vergeten.
De vrouw die ooit zijn hart vasthield, stond voor hem, mooier dan hij zich herinnerde. Hij kon nog steeds de pijn voelen van hun laatste afscheid, dat hem leeg had achtergelaten. Ze brachten de avond door met het stelen van blikken naar elkaar, gevangen in een dans met hun verleden. De manier waarop haar haar op haar schouders viel, de manier waarop zijn ogen kraakten als hij lachte; het was allemaal te vertrouwd, maar toch anders.
Uiteindelijk bevonden ze zich alleen op het terras, de stadslichten twinkelend onder hen. 'Je ziet er goed uit, Jon,' fluisterde Amelia. Hij antwoordde met een zachte 'Jij ook, Amy,' hun oude bijnamen glipten moeiteloos naar buiten. Ze spraken over hun levens, hun successen, hun mislukkingen.
Ze lachten om oude herinneringen, de vreugde van hun jeugd weerklonk in hun stemmen. Met elke gedeelde blik, elke aanraking, voelden ze de warmte van het verleden door de ijzige tegenwoordigheid sijpelen. 'Waarom lieten we elkaar los, Amy?' vroeg Jonathan uiteindelijk, zijn stem nauwelijks een fluistering. Amelia keek naar hem, haar ogen vol met tranen.
'We waren jong, Jon. We hadden dromen die groter waren dan wij, herinner je je dat?' antwoordde ze, haar stem dik van emotie. Stilte viel tussen hen terwijl ze de realiteit lieten doordringen. Ze hadden elkaar vurig liefgehad, maar ze hadden ook van verschillende toekomsten gedroomd.
En in het najagen van die dromen hadden ze elkaar losgelaten. Terwijl de nacht donkerder werd, zaten ze daar, hand in hand, hun harten kloppend op het ritme van het verleden. Ze wisten dat ze niet terug konden, maar voor die ene nacht lieten ze zichzelf toe om te leven in de echo van hun oude liefde. Toen ze afscheid namen, drukte Amelia een kus op Jonathans wang, haar ogen gevuld met een liefde die nooit echt was gestorven.
'Dank je, Jon,' fluisterde ze. 'Voor de herinneringen, voor de liefde, voor vanavond.' Hij nam haar hand en kuste deze zachtjes, 'En dank je, Amy, voor het herinneren dat sommige liefdes nooit sterven.'