
"F1: The Movie," geregisseerd door Joseph Kosinski en met Brad Pitt in de hoofdrol, komt met veel enthousiasme naar de bioscoop en probeert de hartslagverhogende essentie van de Formule 1-racewereld vast te leggen. De film, die op 27 juni 2025 uitkomt, biedt een visueel verbluffende en emotioneel meeslepende ervaring, hoewel hij soms wat te veel leunt op bekende clichés. Met de expertise van producent Lewis Hamilton en een getalenteerde cast, waaronder Damson Idris, Javier Bardem en Kerry Condon, is deze film een liefdesbrief aan F1-fans en een inspirerende introductie voor nieuwkomers.
Pitt speelt Sonny Hayes, een voormalig F1-coureur wiens carrière ontspoorde na een bijna fatale crash in de jaren '90. Op aandringen van zijn oude vriend en team eigenaar Ruben (Bardem) wordt Sonny uit zijn pensioen gehaald om de worstelende APXGP-ploeg te versterken als mentor van het jonge talent Joshua Pearce (Idris). Het verhaal volgt een voorspelbare lijn—de veteraan ontmoet de nieuwkomer, spanningen lopen op, en verlossing lijkt in zicht—maar Kosinski’s technische vaardigheden tillen het verhaal naar een hoger niveau. De race-sequenties, gefilmd tijdens echte Grand Prix-weekenden, zijn adembenemend, met Claudio Miranda’s cinematografie die de kijkers in de bestuurdersstoel plaatst. Hans Zimmer’s opzwepende score versterkt de adrenaline, waardoor elke bocht aanvoelt als een leven-of-dood weddenschap.
Pitt’s optreden is een hoogtepunt, met een ontspannen charme die doet denken aan klassieke Hollywood-iconen zoals Steve McQueen. Op 61-jarige leeftijd speelt hij overtuigend een doorleefde maar intuïtieve coureur, hoewel het script soms zijn "cool rogue"-imago wat overdrijft. Idris steelt de show als Pearce, waarbij hij jeugdige arrogantie en kwetsbaarheid in balans houdt, en hun chemie vormt de emotionele kern van de film. Condon’s technische directeur, Kate, brengt herkenbaarheid, waardoor het macho-melodrama meer diepgang krijgt, terwijl Bardem’s Ruben gewicht toevoegt, ondanks een dun geschreven rol.
Waar "F1" tekortschiet, is in zijn vasthouden aan clichés uit sportfilms. De mentor-rivaal dynamiek en het verhaal van de laatste kans op glorie voelen herhaaldelijk aan, en de looptijd van 156 minuten sleept soms in rustigere momenten. De glanzende, corporate uitstraling van de film, met veel productplaatsingen, kan aanvoelen als een promotiefilmpje voor de Formule 1, waarbij de rauwe rand van klassiekers zoals "Grand Prix" ontbreekt. Sommige critici wijzen erop dat het niet volledig ingaat op de duistere complexiteit van de F1, en kiezen voor een gepolijst, publiekvriendelijk verhaal. Toch zorgen deze tekortkomingen er niet voor dat de ervaring ontspoort; het pure spektakel en de oprechte optredens houden het verhaal op koers.
Technisch gezien is "F1" een wonder. Gefilmd op iconische circuits zoals Silverstone en Abu Dhabi, legt het de rauwe intensiteit van de sport vast met ongeëvenaarde authenticiteit. Het geluidsontwerp—schreeuwende banden, brullende motoren—dompelt het publiek onder, en vraagt om een IMAX-vertoning. Kosinski, vers van "Top Gun: Maverick," bewijst opnieuw zijn talent voor het maken van old-school blockbusters die resoneren in een digitale tijdperk.
Ondanks zijn formulaïsche neigingen is "F1: The Movie" een spannende rit die de aantrekkingskracht van de sport en de menselijke geest erachter viert. Voor F1-liefhebbers is het een must-see vanwege de authentieke raceactie en cameos van sterren zoals Max Verstappen. Voor casual kijkers is het een leuke, razendsnelle ontsnapping. Maak je klaar, pak je popcorn, en race naar de bioscoop—je zult deze rit niet betreuren.