Chapter 3 – Echoes in the Martian Wind

Inspecteur Malik Kato, zich bewust van het feit dat zijn communicatie wordt afgeluisterd, besluit de dome te verlaten voor een onbevooroordeelde kijk op de situatie. Hij waagt zich in het barre Martiaanse landschap, gekleed in een EVA-pak, om een onverwachte informant te ontmoeten: een oude Tekker-mijnwerker met een talent voor verhalen vertellen. De mijnwerker vertelt een fragmentarisch verhaal over een oude Martiaanse legende over 'de Waterdragers,' een groep die ooit de controle over de waterstroom op Mars had. Hoewel dit verhaal op het eerste gezicht als een volksverhaal lijkt, biedt het Kato een nieuwe invalshoek in de kwestie rond de waterrechten van de komeet. Terwijl Kato deze nieuwe informatie verwerkt, realiseert hij zich dat het verhaal van de mijnwerker misschien een gecodeerde boodschap bevat over de huidige samenzwering. Net wanneer hij de puzzelstukjes begint te verbinden, verschijnt er een schimmige figuur uit de stofstorm, waardoor Kato zich afvraagt of hij gevolgd wordt.
Inspecteur Malik Kato liep heen en weer in de krappe ruimte van zijn tijdelijke onderkomen in Valles New Rome, terwijl de muren elke keer dichter leken te komen met elke onderschepte communicatie. Het bericht was glashelder: iemand volgde elke stap die hij zette. De bureaucratische obstructie en de waarschuwing van de Tekker-leider galmden door zijn hoofd, en dwongen hem om buiten de muren van de arcologie naar duidelijkheid te zoeken. Gewapend met een EVA-pak waagde Kato zich naar het Martiaanse oppervlak.
Het rode stof draaide om hem heen, een herinnering aan de meedogenloze aard van de planeet. Zijn bestemming was een klein buitenpost aan de rand van de kloof, waar een onwaarschijnlijke bondgenoot op hem wachtte. De reis was riskant, maar de belofte van ongefilterde informatie dreef hem voort. Bij aankomst vond Kato de buitenpost schijnbaar verlaten, op een oude Tekker-mijnwerker na.
De mijnwerker, met ogen die tientallen jaren Martiaanse stormen hadden doorstaan, verwelkomde Kato met een tandeloze glimlach. Terwijl ze samen een rantsoen gerecycled water deelden, vertelde hij het verhaal van 'de Waterdragers', oude hoeders van de schaarse watervoorzieningen van Mars. Het verhaal, hoewel fragmentarisch, gaf een hint over een historische precedent voor het huidige conflict over waterrechten. Terwijl de woorden van de mijnwerker zich in Kato's geest nestelden, kon hij de indruk niet van zich afschudden dat het verhaal meer was dan een legende.
Zou het een verholen verwijzing kunnen zijn naar de machtsstrijd waar hij nu in verstrikt zat? Voordat hij verder kon doorvragen, verschoof de blik van de mijnwerker achter Kato, en zijn ogen werden groter van schrik. Kato draaide zich om, zijn hart bonsde in zijn borst. Door het draaiende stof kwam er een silhouet tevoorschijn, tegen de Martiaanse horizon.
Was dit een vriend of een vijand, en hoe hadden ze hem hier kunnen traceren? De instincten van de inspecteur schreeuwden gevaar, en hij stond op de rand van het onbekende.